Menu Sluiten

Geschiedenis van het huisnummer en achternaam

Geschiedenis van huisnummers 

Op 4 februari 1805, werd in Parijs een belangrijke stap gezet richting de genummerde samenleving. In de Franse hoofdstad vond de eerste huisnummering in de geschiedenis plaats. Dat Parijse voorbeeld met even nummers aan de ene kant van de straat en oneven nummers aan de andere kant, zou in Nederland voor het eerst zo’n 70 jaar later in Amsterdam worden nagevolgd. Destijds kwam het ook voor dat steden en dorpen opgedeeld werden in “afdeelingen” of wijken. Elk pand in een wijk kreeg een opeenvolgende nummering. De nummering kon er als volgt uitzien: A42 (wijk A, huis nummer 42). Als er huizen bijgebouwd werden zou er een kleine letter achter geplaatst worden. Naarmate de steden groeiden en er dus steeds meer wijken bij kwamen, zijn er diverse ‘omnummeringen’ op touw gezet om telkens toch weer een overzichtelijk geheel te krijgen. Vóór de nummering van panden werden deze voorzien van uithangborden met herkenbare tekens van de bewoner of diens beroep, Dit waren vaak zware smeedijzeren borden.

Tegenwoordig is het benoemen van elk pand met een adres en nummer verplicht. Of dit huisnummer ook duidelijk zichtbaar moet zijn op de gevel, staat in de Algemene Plaatselijke Verordening van jouw gemeente. In veel gemeenten geldt deze verplichting, maar sommige zijn hierop een uitzondering. Naast een goed hulpmiddel voor de postbode, kan een duidelijk huisnummer levensreddend zijn in situaties waar hulpdiensten bij betrokken zijn.

Geschiedenis van achternamen

Napoleon voert de achternaam in Nederland in.

Op 18 augustus 1811 werd iedereen in het Koninkrijk Holland door de regering van Napoleon Bonaparte opgeroepen om een achternaam te laten registreren bij het gemeentehuis. Dit was nieuw in Nederland. Want hoewel de meeste mensen in Nederland al wel een achternaam hadden, zorgde de Franse Keizer ervoor dat het in Nederland voor iedereen verplicht werd om een vaste achternaam te hebben.

Napoleon voerde in Nederland in 1810 de Code Civil in. Deze verzameling wetten was in Frankrijk al sinds 1804 van kracht. De Code Civil was een gevolg van het invoeren van de Burgerlijke Stand. Deze bestond in Frankrijk al vanaf 1796. In Nederland werd de Burgerlijke Stand in 1811 geïntroduceerd. Hierbij hoorde een bevolkingsregister waarin de nieuw geborenen, de sterfgevallen en de huwelijken moesten worden gemeld.

Familienamen in verschillende delen van Nederland

In de Zuidelijke Nederlanden waren de familienamen al lange tijd gestandaardiseerd. Dit kwam omdat de Burgerlijke Stand in de Zuidelijke Nederlanden ook al in 1796 werd ingevoerd. Daar hoefde Napoleon dus weinig te veranderen. In de noordelijke provincies lag dit echter anders. Vooral op het platteland hadden de meeste mensen al wel familienamen, maar deze stonden niet of nauwelijks vast. Vaak werd een kind vernoemd naar zijn of haar vader, waardoor slechts één generatie dezelfde achternaam had. Om verwarring te voorkomen werd er soms nog een naam toegevoegd die verwees naar de herkomst van de familie. Als je van een boerderij kwam die “Achterdijk” heette, was de kans bijvoorbeeld groot dat er aan je naam “Van Dijk” werd toegevoegd.

Verplichting

Maar hoewel dit systeem op het platteland prima werkte, werden Nederlanders op 18 augustus 1811 via een speciaal decreet verplicht hun familienaam vast te leggen. Veel mensen bevestigden de achternaam die zij op dat moment gebruikten. Maar sommige mensen gaven geen gehoor aan deze opdracht. Daarom vaardigde de regering van Napoleon op 17 mei 1813 een nieuw decreet uit waarin gesteld werd dat iedereen op 1 januari 1814 toch echt verplicht was een achternaam te hebben. Uiteindelijk is er in 1825 nog een dergelijke oproep geweest, omdat nog steeds niet iedereen zijn of haar achternaam had laten registreren. Op dat moment was Napoleon overigens allang niet meer aan de macht, want na de val van de Franse Keizer in 1815 zwaaide koning Willem I de scepter in Nederland.

Mythes over achternamen

Het verhaal dat mensen in Nederland, om het systeem van Napoleon te dwarsbomen, expres grappige of belachelijke achternamen kozen, is niet juist. Mensen hadden vaak al voor de tijd van Napoleon een achternaam. Dit kon een bijnaam zijn die een soort kenmerk van iemand beschreef. Deze kon humoristisch van aard zijn. Daarom lijkt het in sommige gevallen alsof mensen bewust een grappige naam kozen, terwijl ze deze naam daarvoor al droegen. Achternamen als “Poepjes” en “Naaktgeboren” zijn al ver voor 1811 in Nederland aangetroffen. “Poepjes” is hoogstwaarschijnlijk een verbastering van de Franse naam “Poppo”. Bij “Naaktgeboren” is de meest waarschijnlijke suggestie dat het een verbastering van de Duitse naam “Nachgeboren” is. Zeker zijn deze verklaringen echter allebei niet.